Het ICAO, het International Civil Aviation Organization, het agentschap van de Verenigde Naties wat onder meer belast is met de veiligheid van het burger luchtvaartverkeer, stelt eisen aan deze obstakellichten. De veiligheid van de luchtvaart mag vanzelfsprekend niet in het geding komen, maar ook het ICAO is zich bewust van de consequenties van deze verlichting en biedt de mogelijkheid de verlichting in te perken tot een minimale variant waarmee zowel de overlast beperkt wordt als de veiligheid wordt gegarandeerd. 

In deze minimale variant worden de dubbele lichten ingeperkt; kunnen in lijnopstellingen tussenliggende lichten gedoofd worden en de meest recente innovatie is het toepassen van bewegingsmelders. Worden vliegende objecten gedetecteerd met een straal van enkele meters, dan gaat de obstakelverlichting aan. Is er geen beweging van dergelijke objecten, dan blijft de verlichting uit; dus ook bij rondvliegende vogels. 

Om deze minimale variant af te dwingen, heeft de ChristenUnie samen met de Partij voor de Dieren een amendement ingediend om om bij nieuwe ontwikkelingen de obstakelverlichting van windturbines te beperken tot de minimale variant die het ICAO voorschrijft. 

Dit amendement is door Provinciale Staten met algemene stemmen aangenomen.