Bij aankomst werden we gastvrij onthaald door manager Vincent Jansen van uitzendbureau NL-Jobs en Hielke van Leeuwen van tomatenkweker Combivliet en de concierge van het hotel. We werden meegenomen naar het kantorencomplex en alles zag er even netjes en goed georganiseerd uit.

Vincent Jansen vertelt dat hier 360 arbeidsmigranten worden gehuisvest voor de directe omgeving; ze werken allemaal in de kassen rondom het hotel. De accommodatie is nog maar sinds kort opgeleverd, maar zit helemaal vol. Het is een openhartig gesprek, waarin de regiomanager ook aangeeft dat dit complex eigenlijk de wens is van zijn organisatie. Buiten het complex zitten er ook nog medewerkers in woningen in de verschillende dorpen en worden sommige op agrarische percelen gehuisvest, maar verspreiding maakt het wel moeilijker beheersbaar. Dit complex op Agriport A7 is overzichtelijk, er is 24/7 toezicht en het is een strak geordend geheel. Het pand voldoet ook aan alle eisen qua duurzaamheid en veiligheid. Het is dan ook zijn wens om al het personeel op deze manier te huisvesten. 

Na het gesprek hebben we een rondleiding gekregen door het complex en het is opgebouwd uit keurige appartementjes met een nette badkamer, een overzichtelijk en compleet keukentje om te koken en een slaapkamer met twee aparte bedden. Brandmelders, brandwerende deuren en alles even netjes gemaakt: het pand wekt een solide en veilige indruk en de appartementjes zijn prima voor elkaar. 

In het complex is er zelfs een soort van supermarkt met verse producten en de nodige producten uit Polen en andere Oost-Europese landen. Alles wekt de indruk goed georganiseerd te zijn en met aandacht voor de mensen die er verblijven. We zijn als ChristenUnie heel blij met dit mooie voorbeeld van veilige en humane huisvesting. 

Onze conclusie na dit werkbezoek is dan ook dat het heel goed mogelijk is om grootschalig arbeismigranten te huisvesten. Je moet goed aandacht hebben voor waar je dit soort complexen neerzet, maar het heeft een duidelijke voorkeur om op deze wijze te werken dan de losse huisvesting in opgekochte woningen in dorpskernen.