Spreken om het kwaad tegen te gaan

zaterdag 06 januari 2007 13:00

Menigeen kijkt nog altijd met verbazing naar het Haagse formatietafereel, waarin de ChristenUnie een rol speelt alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Die verbazing lijkt in zoverre niet geheel terecht, omdat de ChristenUnie in gemeenten en provincies immers al veel langer bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt. Waarom dan ook niet op het nationale niveau?

Dat lijkt me toch een wat naïeve observatie. Immers, veel meer dan op andere bestuurlijke niveaus wordt in Den Haag een politieke partij geconfronteerd met vraagstukken van principiële en gevoelige aard. Denk aan alles wat met de buitenlandse en veiligheidspolitiek te maken heeft, het fiscale beleid, constitutionele zaken, justitie en zorg, waaronder de zaken van de levensbescherming. Eerst en vooral op deze punten wordt een politieke partij beproefd op haar integriteit, diepte en consistentie van visie, levensbeschouwelijke of ideologische belijning.

Paars
Er zijn natuurlijk nog wel andere redenen tot verbazing. Het is nog maar vier jaar geleden dat er een einde kwam aan acht jaar Paars. In die jaren werd in kringen van de (voorlopers van de) ChristenUnie dag in dag uit ervaren wat politiek de vreemdelingschap betekende. Met machteloosheid moest worden toegezien hoe de laatste restanten van wat eens christelijk gefundeerd was consequent en met overtuiging werd afgebroken. De christelijke politiek leek murw geslagen en gevoelens van marginaliteit overheersten soms.

Dat is bepaald nog geen verleden tijd! Zo snel veranderen volk en cultuur niet. Juist op dit moment is het goed zich te realiseren dat de ‘vruchten van Paars’ de politieke uitdrukking waren van de wil van het volk. In onze publieke cultuur waren de beginselen van de postreligieuze mens, zoals zijn vermeende autonomie, materialisme en ethische ongebondenheid, na een periode van strijd vanaf de jaren ’60 en ’70 tot een volledige rijping gekomen. Daarbij paste een langs democratische weg tot stand gekomen libertijnse wetgeving. Daartegenover positioneerde de ChristenUnie zich noodgedwongen als een culturele protestpartij.

Die wetgeving behoort thans tot de breed gekoesterde verworvenheden van onze rechtsstaat. Hoe onaangenaam ook, aan deze rauwe constatering lijkt me moeilijk te ontkomen. De ChristenUnie mag dan plotsklaps politiek salonfähig zijn geworden en zelfs het thema van de religie in het publieke domein lijkt weer terug, uit geen enkel onderzoek blijkt een begin van bereidheid om de onder Paars verworven wettelijke vrijheden (en al eerder abortus) op te geven.

Wil de ChristenUnie geen valse verwachtingen wekken, dan zal deze stand van zaken zeer goed onder ogen moeten worden gezien. Daarover laten inmiddels ook anderen geen misverstand bestaan. In diverse publieke uitingen is de agressie tegen de ChristenUnie al hoorbaar. Dat was ook te verwachten! Christenen in de etalage, dat is wennen.

Kwaad noemen
Op één zaak behoeft een partij, en dus evenmin de ChristenUnie, niet in te leveren en dat is de vrijheid de zaken te benoemen zoals ze zijn. Dat betekent concreet dat vanaf het moment dat zij gaat meeregeren, zij het kwaad dat zij in de samenleving aantreft ook gewoon kwaad mag en moet blijven noemen. Dat moet niet alleen om redenen van integriteit, maar ook met het oog op een bewust gewild zedelijk effect.

Wat bedoel ik daarmee? Een gemeenschappelijk kenmerk van de heersende libertijnse wetgeving (abortus, euthanasie, homohuwelijk, winkeltijdenwet, opheffen bordeelverbod) is niet slechts dat op het punt van de wettelijke bescherming (ongeboren leven, huwelijk, zondag) de overheid zich heeft teruggetrokken. Deze terugtrekking, of beter: rechtsverzaking, heeft ook tot gevolg dat het moreel besef bij burgers erodeert. Simpel gezegd: waarom is abortus nu zo verkeerd? de overheid laat het toch toe? Het is mijn ervaring dat deze erosie bij in elk geval de nieuwere generaties, die geen herinnering hebben aan de bittere politieke strijd die is gevoerd, aanwijsbaar is.

Omgaan met vrijheden
Welnu, als er dan een politieke partij op de voorgrond treedt die de dingen bij de naam noemt, een moreel kwaad met politieke gezag gewoon weer kwaad noemt, en bijvoorbeeld wijst op de morele uitzaaiing van dit kwaad, dan is dat nieuw. Als de ChristenUnie op het punt van de heersende, libertijnse wetgeving door een evident gebrek aan politieke steun van anderen zich voor het moment moet neerleggen bij de wettelijke stand van zaken, dan is daarmee dus niet alles gezegd.

Er is immers meer dan wetgeving. Als het menselijkerwijs dan niet mogelijk is de geldende wettelijke vrijheden in te snoeren, dan kunnen er nog wel wegen worden gezocht om burgers te helpen moreel verantwoordelijk met die vrijheden om te gaan. En dus zo weinig mogelijk gebruik te maken van die wettelijke vrijheden. Dat kan worden gestimuleerd als onderdeel van een politiek tot feitelijke beteugeling van kwade praktijken. De geschiedenis leert dat prostitutie nog nooit effectief is verboden, moreel goede regeerders slaagden er soms wel in dit kwaad naar de marges van de maatschappij te duwen.

Effect
Ook al zal dat niet onmiddellijk veel effect sorteren, dan nog wordt aan burgers op gezaghebbende wijze weer duidelijk gemaakt dat de moderne omgang met het (ongeboren en zwakke) leven geen onverschillige zaak is of slechts iets van persoonlijke afweging. In de tijd van de strijd over de euthanasiewetgeving werd wel eens bitter gesproken over een cultuur van de dood. Welnu, met de verse herinnering aan Paars nog in gedachten is het bijna revolutionair te noemen wanneer nu een regeringspartij (!) zich vrij weet om dat bittere woord opnieuw te spreken. Omdat het morele zaken om des (politieke) gewetens wil bij de naam wil blijven noemen.
Dat alleen al zal stellig verzet oproepen. Dat zij dan zo.

Het kan echter ook leiden tot iets van een morele herbezinning. Uit eigen politieke ervaring weet ik dat ook onder Paars lang niet iedereen met innerlijke overtuiging steun gaf aan de libertijnse wetten. Er is ook daar wel degelijk moreel geworsteld, al kwam daarvan weinig naar buiten. Dat kan thans het kleine krediet zijn voor de Christen­Unie, een partij die zich realiseert dat er weinig ruimte zal zijn om wetgevend ijzer met christelijke handen te breken. Althans niet op korte termijn.

Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie en schrijft op deze plaats maandelijks een column.

Bron: Nederlands Dagblad

Zie ook:

« Terug

Reacties op 'Spreken om het kwaad tegen te gaan'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.