De VOC: vooruitgang of conservatisme?

dinsdag 17 oktober 2006 13:26

Premier Balkenende zag iets in de dynamische ondernemersmentaliteit van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Femke Halsema haalde meteen uit: ‘slavernij, plundering, elitevorming!’ Inderdaad, daar wil niemand naar terug... Dus: stem Femke?

Geert Mak was een lastiger prooi geweest voor mevrouw Halsema. Die verwoordde in zijn Raiffeisenlezing van 2004 het verschil tussen de begintijd van de VOC en de nadagen. Mak geeft Balkenende rugdekking, wanneer hij zijn lezing begint met het jaar 1632: ‘Nederland, en in het bijzonder de stad Amsterdam, is hét gespreksonderwerp in heel Europa. De Republiek, een staatkundig fenomeen op zich, is nog steeds in oorlog met Spanje, maar desondanks is het land binnen twee generaties uitgegroeid tot het belangrijkste handelsknooppunt van de bekende wereld.’ Het geheim? Nederland was toen een samenleving gebaseerd op vertrouwen. Dat is Mak’s punt. In Amsterdam kon je aandelen en wisselpapieren werkelijk verzilveren.

Vanaf circa 1700 begint het einde van de VOC, aldus Mak. ‘Om een klein voorbeeld te geven: toen twee bewindvoerders van de VOC in september 1752 naar Texel voeren om daar met enig ceremonieel afscheid te nemen van een vijftal schepen die naar de Oost vertrokken … ontvingen ze voor dit dienstreisje, zo blijkt uit de boeken van de VOC, 2773 gulden en 7 stuivers, een bedrag waarvoor een doorsnee matroos vijfentwintig jaar zou moeten werken.’ Dit nu is het elite-gedrag dat Halsema terecht laakt, en dat ook Mak zijn ongetwijfeld prettig gesalariëerde gehoor in 2004 ter waarschuwing voorhield. Dit gedrag leidde en leidt tot een samenleving waar wantrouwen groeit.

Het voorbeeld van Mak laat zien dat niet alles vooruitgang is wat er blinkt in de loop van de tijd. Dit inzicht maakt het moeilijk om iemand af te rekenen op het werken met een idee of voorbeeld uit het verleden. Halsema zelf brengt namens GroenLinks ideeën aan de man die wortels hebben in 19e eeuws socialisme, gecombineerd met onder meer een milieu-activisme van de jaren ’60 uit de vorige eeuw – het decennium waar ook de wieg stond van D66. De VVD zal hechten aan de democratisering waar de Franse Revolutie een uitbarsting van was, en zit dus mooi met alle bloed van de guillotine toen.

Elke politieke partij put dus per definitie uit een verleden. Dat betekent niet dat elke partij ‘terug wil’, stilstand predikt, conservatief is of zelfs reactionair. Ook betekent het niet dat een partij alles uit een voorgaande periode voor haar rekening neemt.

Het verwijt dat iemand ergens naar ‘terug wil’ leunt op een enkelspoors ongecompliceerd  vooruitgansgeloof, en op het inzicht dat mensen niet terug kunnen in tijd. Wie terug wil, is dus belachelijk. Retorisch trucje. En wie de Gouden Eeuw ophangt aan slavernij en elitevorming, kan ook iedere liefhebber van Rembrandt wel schuldig verklaren, ‘guilty by association’. Retoriek, opnieuw.

Een partij die zichzelf serieus neemt, zal goede ideeën of voorbeelden uit het verleden bestuderen en verder ontwikkelen met het oog op het leven nu. De Nederlandse samenleving van 2006 is immers een andere dan die van 1752, 1632 of nog eerder. Maar wat goed is uit het verleden blijft zo tenminste gewoon staan. Tussen wat niet goed te praten is, dat wel. Maar of een idee vervolgens wel of niet zinvol is in onze tijd, daar doet het oorspronkelijke tijdstip van ontstaan niets aan toe of af. Zelfs niet wanneer dat tijdstip ligt voor, tijdens of na de Verlichting.

Wie wil landontginning afdoen als Middeleeuws, of trouw aan je partner als Victoriaans? In de Middeleeuwen deed Europa, met dank aan de moslims, de kennis op van Aristoteles: dat de aarde rond was, bijvoorbeeld. Renaissance en humanisme zetten de ontplooiing van het individu op onze agenda. De Reformatie plaatste gewone beroepen op hetzelfde niveau als geestelijken: boer en smid waren niet minder dan een pastor of monnik.

Soms is de vooruitgang gediend met een conservatief idee. Wellicht is natuurlijke mest bijvoorbeeld handiger dan kunstmest. Soms blijken progressieve ideeën verrassend conservatief, en soms weet niemand het verschil meer. Is het antidiscriminatie-artikel in de grondwet nu blijk van vooruitgang, of zo men wil, beschaving, of getuigt juist afschaffing daarvan?

Misschien moeten we het zelfs in verkiezingstijd over inhoud en argumenten hebben, om niet te blijven hangen in links of rechts, conservatief of progressief, passé of modern. Of getuigt deze wens van een erg vooruitstrevend conservatisme?

Rob Nijhoff

P.S. Wie interesse heeft in genoemde Raiffeisenlezing van Geert Mak: zie www.rabobankgroep.nl/download/2004RaiffeisenlezingWord.pdf voor de volledige tekst.

 

« Terug

Reacties op 'De VOC: vooruitgang of conservatisme?'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.