De burger als decor en verschaffer van applaus
zaterdag 01 juli 2006 18:46
De kloof tussen overheid en burger is al weer enkele jaren een voornaam thema in het publieke debat over de vraag wat de beste manier is om het overheidsgezag te legitimeren. In dit debat staat de politiek in het beklaagdenbankje en wordt de burger op het schild van verontwaardiging en verongelijktheid gehesen. De heropleving van de belangstelling voor initiatieven als het referendum, het burgerinitiatief en andere vormen van directe democratie zijn pogingen het wantrouwen van de burger in de macht te dempen.Eerder kreeg dit wantrouwen stem in de oprichting van nieuwe politieke partijen, zoals de LPF onder leiding van de populist Fortuyn. Dit was een initiatief binnen de kaders van onze meerpartijendemocratie. Het was nog een vertrouwde methode, zoals die in het verleden ook is benut door nieuwkomers als de Boerenpartij, D66 en later de ouderenpartijen. Onvrede met de bestaande partijen is de gemene deler.
Zelfbeschadiging
Inmiddels heeft de onvrede ook gevestigde partijen zelf bereikt. In de lijsttrekkersdebatten binnen de VVD en D66 waren de belangen van die partijen geheel ondergeschikt aan de persoon van de strijdende politici. Niet het partijprogramma of de ideologie zijn doorslaggevend bij de selectie van politiek leiders, maar veeleer hun persoonlijkheid, stijl en publieke presentatie. Dat mag in het spektakellandschap van onze mediademocratie aantrekkelijk lijken, in werkelijkheid betekent het een verlies aan politieke inhoud. Dat het niet zonder risico is alle kaarten te zetten op de persoon van de politicus heeft de VVD ondervonden. Het gevecht tussen Verdonk en Rutte was ook een actie van zelfbeschadiging van die partij.
Hierbij lijkt het niet te blijven. Andere instituties zijn evenzeer in de vuurlinie komen te liggen en ook hier vindt de belegering plaats door sterke publieke persoonlijkheden. Drijvend op de golven van het populisme van onze dagen hebben we de laatste tijd Maurice de Hond, de opiniepeiler, Hildebrand Nawijn, de gesjeesde politicus, en al eerder Peter R. de Vries, de misdaadjournalist, ten strijde zien trekken tegen het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Rechterlijke uitspraken worden door hen fel bekritiseerd en heropening van zaken (Deventer moordzaak, Marianne Vaatstra) wordt geëist.
Ook hier weer de hoge toon van boosheid, verontwaardiging en dedain tegenover gevestigde instellingen. Recent werd dit door Tweede-Kamerlid Joost Eerdmans, de meest creatieve erfgenaam van Fortuyn, aangevuld met het voorstel tot de invoering van vormen van lekenrechtspraak. Enige logica kan men inmiddels aan dit voorstel niet meer ontzeggen. Het hing in de lucht.
Zelfgenoegzaam
Nu kan het gebeuren dat instituties zich zo hebben afgesloten van vormen van kritiek, dat een kracht van buiten nodig is om daarin de noodzakelijke verandering te brengen. Dat is de betekenis van Fortuyn geweest contra het zelfgenoegzame politieke bolwerk van Paars. Ook de rechterlijke macht in ons land wordt wel beschuldigd van een mate van geslotenheid, die niet meer van deze tijd zou zijn.
Onmiddellijk overtuigend is dit laatste verwijt niet. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vereist enige geslotenheid en afscherming tegen de waan van de dag. Wel behoren rechters zich voortdurend af te vragen of hun uitspraken wel voldoende duidelijk zijn gemotiveerd. Dat zijn zij verplicht tegenover het recht en het is ook een zaak van pedagogie van de burgers. Hier geldt de wijsheid van Spreuken (29:4): 'Een koning die het recht handhaaft, houdt zijn land in stand'.
Als gezegd, het kan nodig zijn dat af en toe de moker wordt gebruikt om een gevestigde orde tot vernieuwing te brengen. De revolte van de jaren zestig van de vorige eeuw, beginnend bij studenten en uitwaaierend naar het hele terrein van politieke en maatschappelijke instellingen, verving een verstarde en te hiërarchische cultuur door nieuwe vormen van inspraak en medezeggenschap. Het resultaat was een vernieuwing van binnenuit van tal van instituties. Medezeggenschapsraden, ondernemingsraden, inspraakmogelijkheden in het ruimtelijk beleid en het bestuursrecht behoren inmiddels tot het rustige bezit van onze politieke en maatschappelijke orde. Zij hebben de doelmatigheid en legitimiteit van besluitvorming versterkt.
Applaus
Dat durf ik zo niet te zeggen, te voorspellen, over de nieuwe golf van verzet en kritiek. Ik had niet de indruk dat iemand als Rita Verdonk de VVD wilde vernieuwen. Integendeel, die partij functioneerde in haar campagne slechts als voertuig van een programma dat slechts één artikel leek te kennen: de persoon van de politica zelf. Hetzelfde gold D66'er Van der Laan. In feite heeft de burger, in dit geval dus de respectievelijke partijleden, het nakijken. Hij wordt gereduceerd tot verschaffer van applaus.
Iets dergelijks zien we ook bij de acties van De Hond en Nawijn. Zij treden op met gebruikmaking van hun publieke bekendheid als pseudo-rechters, die hun oordeel reeds hebben vaststaan. Aan lastige procedurele voorschriften, waar een officier van justitie of rechter aan gebonden is en die beogen het recht te dienen, hebben zij weinig boodschap. Verantwoording afleggen is evenmin nodig, het grote publiek is hun zelf gekozen draagvlak, maar dient ook hier voornamelijk als decor. Waartoe dit kan leiden hebben we inmiddels gezien in het geval van Maurice de Hond, die gedwongen was zijn excuses aan te bieden aan de zgn. klusjesman, die hij ten onrechte als dader had aangewezen in de Deventer moordzaak.
Het is een bedenkelijke en ook griezelige ontwikkeling. Er is niet zoveel fantasie voor nodig om in het voetspoor van deze bekende Nederlanders programmamakers, op zoek naar het toedienen van een nieuwe mediakick, televisietribunalen te zien oprichten die concurreren met de officiële instanties. De burger zal daarbij slechts mediaconsument en mogelijkerwijs zelfs slachtoffer zijn. Met het recht heeft het weinig te maken en met het dempen van de kloof tussen politiek en burger nog minder.
Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie.. Hij schrijft op deze plaats maandelijks een column.
Bron: Nederlands Dagblad
Zelfbeschadiging
Inmiddels heeft de onvrede ook gevestigde partijen zelf bereikt. In de lijsttrekkersdebatten binnen de VVD en D66 waren de belangen van die partijen geheel ondergeschikt aan de persoon van de strijdende politici. Niet het partijprogramma of de ideologie zijn doorslaggevend bij de selectie van politiek leiders, maar veeleer hun persoonlijkheid, stijl en publieke presentatie. Dat mag in het spektakellandschap van onze mediademocratie aantrekkelijk lijken, in werkelijkheid betekent het een verlies aan politieke inhoud. Dat het niet zonder risico is alle kaarten te zetten op de persoon van de politicus heeft de VVD ondervonden. Het gevecht tussen Verdonk en Rutte was ook een actie van zelfbeschadiging van die partij.
Hierbij lijkt het niet te blijven. Andere instituties zijn evenzeer in de vuurlinie komen te liggen en ook hier vindt de belegering plaats door sterke publieke persoonlijkheden. Drijvend op de golven van het populisme van onze dagen hebben we de laatste tijd Maurice de Hond, de opiniepeiler, Hildebrand Nawijn, de gesjeesde politicus, en al eerder Peter R. de Vries, de misdaadjournalist, ten strijde zien trekken tegen het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Rechterlijke uitspraken worden door hen fel bekritiseerd en heropening van zaken (Deventer moordzaak, Marianne Vaatstra) wordt geëist.
Ook hier weer de hoge toon van boosheid, verontwaardiging en dedain tegenover gevestigde instellingen. Recent werd dit door Tweede-Kamerlid Joost Eerdmans, de meest creatieve erfgenaam van Fortuyn, aangevuld met het voorstel tot de invoering van vormen van lekenrechtspraak. Enige logica kan men inmiddels aan dit voorstel niet meer ontzeggen. Het hing in de lucht.
Zelfgenoegzaam
Nu kan het gebeuren dat instituties zich zo hebben afgesloten van vormen van kritiek, dat een kracht van buiten nodig is om daarin de noodzakelijke verandering te brengen. Dat is de betekenis van Fortuyn geweest contra het zelfgenoegzame politieke bolwerk van Paars. Ook de rechterlijke macht in ons land wordt wel beschuldigd van een mate van geslotenheid, die niet meer van deze tijd zou zijn.
Onmiddellijk overtuigend is dit laatste verwijt niet. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht vereist enige geslotenheid en afscherming tegen de waan van de dag. Wel behoren rechters zich voortdurend af te vragen of hun uitspraken wel voldoende duidelijk zijn gemotiveerd. Dat zijn zij verplicht tegenover het recht en het is ook een zaak van pedagogie van de burgers. Hier geldt de wijsheid van Spreuken (29:4): 'Een koning die het recht handhaaft, houdt zijn land in stand'.
Als gezegd, het kan nodig zijn dat af en toe de moker wordt gebruikt om een gevestigde orde tot vernieuwing te brengen. De revolte van de jaren zestig van de vorige eeuw, beginnend bij studenten en uitwaaierend naar het hele terrein van politieke en maatschappelijke instellingen, verving een verstarde en te hiërarchische cultuur door nieuwe vormen van inspraak en medezeggenschap. Het resultaat was een vernieuwing van binnenuit van tal van instituties. Medezeggenschapsraden, ondernemingsraden, inspraakmogelijkheden in het ruimtelijk beleid en het bestuursrecht behoren inmiddels tot het rustige bezit van onze politieke en maatschappelijke orde. Zij hebben de doelmatigheid en legitimiteit van besluitvorming versterkt.
Applaus
Dat durf ik zo niet te zeggen, te voorspellen, over de nieuwe golf van verzet en kritiek. Ik had niet de indruk dat iemand als Rita Verdonk de VVD wilde vernieuwen. Integendeel, die partij functioneerde in haar campagne slechts als voertuig van een programma dat slechts één artikel leek te kennen: de persoon van de politica zelf. Hetzelfde gold D66'er Van der Laan. In feite heeft de burger, in dit geval dus de respectievelijke partijleden, het nakijken. Hij wordt gereduceerd tot verschaffer van applaus.
Iets dergelijks zien we ook bij de acties van De Hond en Nawijn. Zij treden op met gebruikmaking van hun publieke bekendheid als pseudo-rechters, die hun oordeel reeds hebben vaststaan. Aan lastige procedurele voorschriften, waar een officier van justitie of rechter aan gebonden is en die beogen het recht te dienen, hebben zij weinig boodschap. Verantwoording afleggen is evenmin nodig, het grote publiek is hun zelf gekozen draagvlak, maar dient ook hier voornamelijk als decor. Waartoe dit kan leiden hebben we inmiddels gezien in het geval van Maurice de Hond, die gedwongen was zijn excuses aan te bieden aan de zgn. klusjesman, die hij ten onrechte als dader had aangewezen in de Deventer moordzaak.
Het is een bedenkelijke en ook griezelige ontwikkeling. Er is niet zoveel fantasie voor nodig om in het voetspoor van deze bekende Nederlanders programmamakers, op zoek naar het toedienen van een nieuwe mediakick, televisietribunalen te zien oprichten die concurreren met de officiële instanties. De burger zal daarbij slechts mediaconsument en mogelijkerwijs zelfs slachtoffer zijn. Met het recht heeft het weinig te maken en met het dempen van de kloof tussen politiek en burger nog minder.
Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie.. Hij schrijft op deze plaats maandelijks een column.
Bron: Nederlands Dagblad
Reacties op 'De burger als decor en verschaffer van applaus'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.