Een belangrijk onderdeel van mijn portefeuille is de invoering van de WMO. Dat heeft voor een groot deel te maken met “volksgezondheid en zorg” dat in mijn portefeuille zit. Het heeft echter zeker ook te maken met portefeuilles van andere wethouders: volkshuisvesting, welzijn, onderwijs en integratie, om er zo maar even een paar te noemen. We zullen het samen moeten doen, een passend uitgangspunt voor de WMO lijkt mij.

Met de invoering van de WMO komt er nogal wat op de gemeenten af. Dat wordt goed duidelijk als je de negen “prestatievelden” bij langs gaat: bevorderen van samenhang in de wijken, jeugdzorg, stroomlijnen van informatie, mantelzorgers, bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer, gehandicaptenzorg, maatschappelijke opvang, geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg.

De WMO is bedoeld als een veelomvattende wet die moet zorgen voor het verbeteren van sociale samenhang en leefbaarheid.

Er moet dus veel gebeuren, daarom is in Amersfoort gekozen voor een stapsgewijze benadering zoals ook verwoord in het collegeprogramma. Eerst ‘doen wat moet’ en vervolgens kiezen voor de verbreding en de Amersfoortse invulling. Deze insteek heeft voordelen en nadelen. Een voordeel is dat de invoering op deze manier overzichtelijk is. En we hebben voor dit jaar dan al onze handen vol: voorbereiden en vaststellen van de verordeningen, aanbesteden huishoudelijke hulp, vaststellen van het verstrekkingenboek, inrichten van het loket. Een ander voordeel is dat op dit moment nog niet alles duidelijk is rond WMO want de behandeling in de Eerste Kamer moet nog plaatsvinden en heeft in de voorbereiding veel vragen opgeleverd. Ook rond de financiering is nog niet alles duidelijk.

Een nadeel van deze benadering is dat het beleid pas wordt vastgesteld als de wet al in werking is getreden en in de praktijk wordt toegepast. Normaal gesproken is die volgorde omgedraaid. Hierbij is  echter wel een nuancering op zijn plaats: het is natuurlijk niet zo dat er geen beleid is op de genoemde terreinen. Zie hiervoor de website van de Gemeente Amersfoort waar onder “invoering WMO” per prestatieveld is aangegeven welke beleidsnotities er al zijn. Het is niet mijn ambitie om voor al deze genoemde beleidsterreinen nieuw beleid te gaan ontwikkelen. Wel om er samenhang in aan te brengen en om het bestaande beleid te toetsen op een aantal leidende principes die ik graag met u en met andere betrokkenen wil gaan vaststellen. Daar ligt een mooie uitdaging voor een socialer Amersfoort.

Via het loket moet een antwoord gegeven kunnen worden op alle vragen die in het kader van de WMO gesteld worden. Het loket biedt bovendien ook een kans. De gedachte achter de WMO is om de mensen meer op elkaar te betrekken in de samenleving. Het lijkt mij daarom een goed idee om aan iedereen die zich bij het loket meldt voor een vorm van ondersteuning ook een wedervraag te stellen: Kunt u zelf op een ander vlak nog iets betekenen voor uw omgeving? Gedacht kan dan worden aan vrijwilligerswerk, het benutten van een bepaalde deskundigheid (juridisch, fiscaal, technisch) of simpelweg het brengen van een bezoekje aan iemand die daar behoefte aan heeft.

Kortom, de WMO biedt ook kansen die we moeten aangrijpen. De gemeente heeft daarin een belangrijke rol, maar kan niet zonder de vele andere spelers op het veld.

Hans van Daalen
_____________________________________________________________________________________________________________________
Reageren? Stuur een mail naar  Hans van Daalen