Wie is de eigenaar van Europa?
De reactie van politici op deze onverwachte en door hen vooral niet gewenste stand van zaken is nerveus en soms ronduit onfatsoenlijk. Dat was het geval toen minister Donner verwerping van de grondwet verbond met de dreiging van oorlog. En nog meer toen minister-president Balkenende de herinnering aan de holocaust meende te moeten benutten om voor de grondwet te pleiten. De burger mag kennelijk wel advies geven als het maar geen negatief is.
Gelukkig zijn er ook wat minder opgewonden opinieleiders die erop wijzen dat er toch mooie dingen in die grondwet staan zoals grondrechten, vrede, waarden en welzijn en moraal. Dat is zo ongeveer zoals ik een auto koop: de kleur bevalt me wel, het stuur zit aan de goede kant en er zit waarachtig ook nog cruise control op, dus rijden maar.
Macht
In de kern gaat het - met of zonder grondwet - om de organisatie van de macht in Europa. Tot op heden werd dat uitgemaakt door de dragers van het Europese project, de nationale staten. Zij bepaalden welke bevoegdheden om redenen van welbegrepen eigenbelang en politiek gezond verstand aan de Europese instituties moesten worden opgedragen. In de grondwet, en dat is een principiële verandering, wordt het eerst en vooral de Europese Unie zelf die uitmaakt wat centraal respectievelijk nationaal moet worden gedaan. De vraag is derhalve of die Unie dat aankan, of zij al voldoende legitimiteit bezit en over draagvlak bij de bevolking beschikt. Welnu, zeker dat laatste is nauwelijks het geval. Europa is en blijft voor veel burgers een ver-van-mijn-bed show.
Ook los van de grondwet is de belangrijkste vraag, die ik aan de altijd puntig formulerende Van Mierlo ontleen, na de uitbreiding tot 25 (en later nog meer) lidstaten: 'Wie is de eigenaar van het Europese project?'. Het is de vraag naar de verantwoordelijkheid voor Europa.
Tientallen jaren lang was het antwoord op die vraag niet voor enig misverstand vatbaar. De geschiedenis van twee wereldoorlogen en de noodzaak van economische groei verplichtten in het bijzonder Frankrijk en Duitsland om leiding te geven aan het Europese project. Zij waren als het ware de eigenaar, de anderen aanvaardden dat leiderschap.
Historische opdracht
Vooral de voormalige Duitse bondskanselier Kohl heeft die historische opdracht goed begrepen. Hij erkende de noodzaak van een zelfbinding van zijn land in de gemeenschappelijke structuur van een geïntegreerd Europa en was zelfs bereid Frankrijk zeggenschap te geven over de sterke D-Mark door deze te laten opgaan in de euro.
Het resultaat was een Europa dat een gebied werd van vrede, welvaart, democratie en stabiliteit. Daarmee werd, voorzover dat mogelijk is, het hoofdstuk van de Koude Oorlog afgesloten. Maar ook vervaagde het oorspronkelijke integratiemotief van samenwerking als antwoord op de Tweede Wereldoorlog. Met het voortschrijden van de tijd is dat ook onvermijdelijk.
Belangengemeenschap
Het resultaat is dat de Europese Unie meer dan in het verleden een belangengemeenschap is geworden, waar bijvoorbeeld de strijd om de verdeling van financiële middelen belangrijker lijkt te zijn geworden dan de hoge historische roeping van de founding fathers.
Die founding fathers droomden overigens al in de jaren vijftig van de vorige eeuw van een politieke unie, een Verenigd Europa. Dat is er niet van gekomen, de methode van integratie was geen politieke, maar een economische. De succesformule van Europa was en is het integreren van de nationale economieën in een zog. Interne Markt met een vrij verkeer van personen, kapitaal, diensten en goederen. Daartoe werden o.m. de grenscontroles afgeschaft. De grondgedachte van deze succesformule was dat volken in vrede met elkaar zullen samenleven wanneer ze daarvoor een aanwijsbaar economisch eigenbelang hebben.
Verouderd
Kijken we nu naar de Europese grondwet dan doet die enigszins verouderd aan. Zo komt er, naast een aanzet tot een Europese defensie, een president en een minister van buitenlandse zaken, die de belichaming gaan vormen van het politieke machtsblok Europa. Maar het denken in machtsblokken is nu juist iets uit de tijd van de Koude Oorlog en is geen prettige herinnering. En van de oudtestamentische profeten en latere christelijke politieke denkers heb ik geleerd dat samenklontering van macht en rijkdommen eerder een bedreiging zijn voor het welzijn van mens en samenleving dan nastrevenswaardige goederen. Vandaar die scepsis over de toegevoegde waarde van deze grondwet.
De internationale trend is niet het denken in machtsblokken, maar in economische vervlechting. Daarom is het zo belangrijk dat meer landen worden betrokken bij de economie van de global village. Lukt dat niet, bijvoorbeeld met veel Afrikaanse en sommige Aziatische landen, dan vormen die landen bedreigingen voor de wereldvrede. Meer dan wie ook is het de Amerikaanse president die dat heeft begrepen.
Bevoegdheden
Ook de bevoegdhedenverdeling binnen de Unie, dus de organisatie van de macht in Europa, wijst op een verouderd concept van machtsconcentratie. Wie de grondwet goed leest, zal merken dat dit document een zeer vergaande concentratie van beleidsmacht op Europese centraal niveau legitimeert. Of dat ook zo zal worden gebruikt, is een andere zaak. Welnu, als dat zou gebeuren, wie voelt zich daar dan verantwoordelijk voor? Ik zou het niet weten. Wanneer de Unie ook nog eens wordt uitgebreid met landen als Turkije, Oekraïne en de resterende Balkanlanden, dan zal volstrekt onduidelijk worden wie aan dat grootblok Europa politieke leiding zal moeten geven en waarom. De Europese grondwet geeft op die vraag geen antwoord en kan dat ook niet, omdat het document is blijven steken in de vorige eeuw. Conclusie: stem voor Europa en dus tegen de grondwet.
Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie en schrijft op deze plaats maandelijks een column.
Bron: Nederlands Dagblad
Reacties op 'Wie is de eigenaar van Europa?'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.