Tineke Huizinga-Heringa: ‘Als je hart hebt voor de wereld om je heen, is de politiek een goede plek om te zijn.’

Tineke Huizinga.jpgmaandag 12 juli 2021 17:12

In de reeks Vogelvlucht bevragen Sophia en Antrude dit jaar vier (voormalige) bestuurders en politici over hun overtuigingen, over waarden en normen en bespiegelingen over de samenleving. Dit keer spreken we Tineke Huizinga, fractievoorzitter voor de ChristenUnie in de Eerste Kamer en voormalig gemeenteraadslid, Tweede Kamerlid, staatssecretaris Verkeer en Waterstaat en minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM).

Redacteuren: Sophia de Vries en Antrude Oudman

Achter Tineke Huizinga hangt een potloodtekening van haar drie kinderen. Huizinga licht glimlachend toe dat haar kinderen op de tekening niet ouder zijn dan twaalf, maar inmiddels allemaal boven de dertig zijn. Een Armeense asielzoeker, kunstenaar van beroep, maakte de tekening ooit als bedankje voor Huizinga’s inspanningen voor Vluchtelingenwerk. Niet lang hierna vertrok Huizinga voor haar politieke carrière naar Den Haag. 

Hoe kwam u ooit in de politiek terecht? Was er een specifiek thema dat u dreef?

“Ik werd gevraagd of ik me wilde kandideren voor de gemeenteraad Heerenveen. De ChristenUnie verwachtte dat er voldoende kiezers voor de ChristenUnie daar zouden moeten zijn. De reden dat ik ‘ja’ zei, was dat ik toen werkte in juridische hulpverlening bij Vluchtelingenwerk, en bij een hoorzitting in de Tweede Kamer dacht ik: als ik echt iets wil doen dat zin heeft voor asiel, dan moet ik in Den Haag zijn. Dat was hoe ik het belang van politiek ontdekte. Daarom wilde ik me beschikbaar stellen. Het is gelukt: we haalden een zetel in Heerenveen en niet lang daarna ging ik ook naar Den Haag, ook al had ik niet gedacht daar ooit te komen.”

En met voorkeursstemmen.

“Dat kwam vooral omdat er in 2002 alleen mannen in de top van de lijst stonden. Ik heb in 1998 zelf ook de ChristenUnie gebeld: ik zie alleen mannen in zwarte pakken bovenaan de lijst. Ik was toen zeker niet de enige die daarover aan de bel trok. Ze vonden het moeilijk om vrouwen te vinden. Maar je moet toch een diverser beeld krijgen.”

Vindt u dat het beeld nu diverser is?

“Ja, dat vind ik wel. Het was een flinke omslag voor de ChristenUnie. In twintig jaar is het volkomen anders geworden. zeggen: Als je zegt: Gert-Jan Segers of Carola Schouten fractievoorzitter, zal niemand zeggen: ‘maar Carola is een vrouw’. Nu is natuurlijk wel grotere diversiteit belangrijk, ook qua culturele achtergrond. De ChristenUnie is een partij voor iedereen.”

Anders dan de SGP.

“Toen ik net in de Tweede Kamer kwam, was de praktijk dat de ChristenUnie en SGP namens elkaar sprak. De SGP wilde dat de ChristenUnie-mannen wel namens hen spraken, maar ik niet. Toen heeft ChristenUnie-fractievoorzitter Kars Veling gezegd: dat doen we niet, we gaan geen onderscheid maken tussen onze Kamerleden.”

Toen u staatssecretaris was, kreeg u een motie van wantrouwen over de OV-chipkaart. Waar kwam dat vandaan?

“Een motie van wantrouwen gebeurt veel vaker. Meestal is het politiek gemotiveerd, zelden inhoudelijk. In dit geval denk ik dat het wel inhoudelijk was, vanwege verhalen dat de OV-chipkaart gehackt kon worden. Ik heb daarom onderzoek laten doen door de universiteit van London. Die constateerde dat de chipkaart inderdaad gehackt kon worden. Om dat op te lossen was ik niet aan zet, maar het bedrijf dat achter de OV-chipkaart zat. Met dat bedrijf heb ik veel overleg gevoerd. In de politiek was inmiddels het gevoel: dit is eng, is dit wel vertrouwd? In dat gevoel werd de motie van wantrouwen ingediend. Daarbij kwam nog dat sommige provincies het argument van wantrouwen gebruikten om te maskeren dat ze zelf nog niet genoeg hadden gedaan rondom de invoering van de OV-chipkaart.”

Wat een gek spel! Ik kan me slecht voorstellen dat het zo leefde.

“Het wantrouwen werd sterk gestimuleerd. Sommige mensen waren principieel tegen de OV-chipkaart en sommige provincies hadden de zaken niet op orde.”

Zijn er nu zaken die op vergelijkbaar verzet stuiten, zoals 5G-masten?

"Dat is een goed voorbeeld! Er zijn altijd dingen die nieuw en anders zijn."

Zijn we te bang voor vooruitgang?

“Daar heb ik over nagedacht. Misschien wel, terwijl duurzaamheid het volgens mij moet hebben van innovatie. Dergelijke discussies speelden ook toen ik jong was. Mensen vonden bijvoorbeeld dat afwasmachines te veel stroom kostten en niet duurzaam waren. Ze kookten zelf water en deden dat in de machine, of wasten met de hand af. Dat stond mij tegen. Duurzaam en groen betekent niet dat alles moet blijven zoals het is, of dat we terug moeten naar vroeger! Innovatie heeft gewerkt: afwasmachines zijn nu beter voor het milieu dan met de hand afwassen. We hebben ons aangeleerd zuiniger te zijn op onze buitenruimte. Dingen zijn beter geworden door innovatie. Duurzaam betekent ook gewoon goed innoveren.”

Hoe kijkt u aan tegen kernenergie? 

“Dat vind ik écht een hele lastige.”

Waarom? 

“Kernafval blijft een probleem. Je kunt voor kernenergie kiezen met het vertrouwen dat we in de toekomst een oplossing vinden voor kernafval, maar voor mij is dat een grote stap. Vijftien jaar geleden had ik gezegd: nóóit kernenergie, er zijn andere mogelijkheden. Nu weet ik het niet. Windmolens zijn uiteindelijk ook niet duurzaam, je kunt niet alles vol zetten met zonnecollectoren, want die hebben niet zo’n hoog rendement en leveren bovendien zelf afval op. We weten inmiddels ook dat biomassa tegenvalt, dus: wat dan wel? Dat is best moeilijk.” Huizinga denkt even na. “Je kunt ook niet zó veel bezuinigen op energie dat we het gewoonweg niet meer nodig hebben.”

Is er geen innovatief alternatief?

“Jawel! Ik ben betrokken bij een hele nieuwe manier van energie opwekken, waarbij gebruik wordt gemaakt van getijden. Je bouwt lange dammen dwars op de kust, en zo kun je gebruik maken van de energie in de eb en vloed. Prachtige ontwikkeling! Alles waar beweging in zit, bezit energie. Die energie is op te wekken en dat kan enorm veel opleveren. Dat is een potentiële concurrent van bijvoorbeeld kernenergie. Als dit verder wordt ontwikkeld, dan zou dat een mooi antwoord, of in elk geval een stukje van dat antwoord zijn.”

Merkt u verschil tussen jongere en oudere generaties wat betreft hun kijk op duurzaamheid? 

“De klimaatcrisis heeft ons met de neus bovenop de duurzaamheid gedrukt. Daarom denk ik dat de jeugd nu - het klinkt wel alsof ik heel oud ben - meer met duurzaamheid bezig is dan 30 jaar geleden. Misschien zijn zij ook bereid om radicalere stappen te nemen. Ik zie bij veel jongeren enorm bewustzijn als het om plastic gaat. Daar zijn ouderen misschien makkelijker in. Maar ja, als je één keer die plastic soep gezien hebt, wil je nooit meer een plastic zakje… “

Toch zijn er ook genoeg mensen die het niet als hun probleem beschouwen.

“Dat is waar, maar ik denk dat daar ook meespeelt: waarvan verwacht je de oplossing? ‘Verander de wereld en begin bij jezelf’ is uiteindelijk geen oplossing. Ook al gebruik jij geen plastic zakje, eet je geen vlees, vlieg je niet meer, dan nog los je het probleem niet op, de echt grote veranderingen moeten komen vanuit de industrie en grote bedrijven.”

Moet de overheid daar een sturende rol in hebben?

“Zeker, maar ook CEO’s van bedrijven zijn begaan met het milieu. Wanneer zij zien dat hun bedrijf een groot probleem nog vergroot, terwijl zij ook het begin van de oplossing kunnen zijn, zijn er bedrijven die uit eigen overtuiging willen bijdragen aan de oplossing. Je hebt echter evengoed een overheid nodig die daar met wetgeving een duw aan geeft als het niet goed loopt. Het is fijn en noodzakelijk als de overheid een steuntje in de rug geeft, maar ik geloof niet dat bedrijven uit zichzelf geen maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.”

Is er ook een rol weggelegd voor de kerk? 

“Ja, zoals de kerk zich uitspreekt over grote problemen zoals slavernij en over hoe we omgaan met asielzoekers zou de kerk zich ook moeten uitspreken over ontwikkelingen die onze aarde bedreigen. Maar zónder al te moralistisch te worden! Wees je ervan bewust dat je als mens ook een verantwoordelijkheid hebt op deze aarde en denk daarover na. Iedereen kan voor zichzelf uitzoeken wat dat voor hen betekent. Rentmeesterschap is natuurlijk een heel oud begrip.”

Waar besteden we te veel aandacht aan en waar misschien nog te weinig? 

“Weer een moeilijke vraag! Het probleem is dat je dat vaak niet ziet op het moment zelf. Nu zijn we met Europa op de goede weg met de Green Deal, al zal het nog heel moeilijk worden om dat wat we ons voorgenomen hebben ook echt voor elkaar te krijgen. Verder zal de tijd het leren.”

Wat wilt u nog kwijt aan de Perspectief’ers?

“Ik vind het ontzettend leuk dat wij zo’n levende jongerenvereniging hebben. Ik heb er bewondering voor als jongeren de waarde van politiek inzien, want die waarde is echt heel groot. Als je hart hebt voor de wereld om je heen, is de politiek een goede plek om te zijn.”

Dit artikel verscheen in de meest recente PerspeX, over speerpunt Duurzaam reizen. De hele editie is hiernaast te downloaden.

« Terug

Reacties op 'Tineke Huizinga-Heringa: ‘Als je hart hebt voor de wereld om je heen, is de politiek een goede plek om te zijn.’'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.