Column: Tijd voor een culturele revolutie

donderdag 16 mei 2002 15:33

Ondanks alle kanttekeningen die bij de uitslag gezet kunnen worden, heeft de ChristenUnie de teruggang niet alleen in het aantal zetels, maar ook in het aantal absolute stemmen gedeeltelijk aan zichzelf te wijten. En dat heeft alles te maken met de achtergrond van het succes van Pim Fortuyn: dicht bij de mensen staan en aanvoelen wat er leeft onder de bevolking. En die voeling heeft de ChristenUnie gedeeltelijk verloren.

Natuurlijk, als Fortuyn niet was vermoord had de ChristenUnie waarschijnlijk zes zetels. Natuurlijk, het is niet leuk als christenen ineens voor macht of stabiliteit kiezen in plaats van de partij waar ze qua standpunten en gedachtegoed het meest thuishoren. Maar het gaat veel te ver om de oorzaken alleen buiten de ChristenUnie te zoeken, zoals Kars Veling en partijvoorzitter Thijs van Daalen in hun eerste reactie wel deden. Ik ben het er mee eens dat het niet in de eerste plaats aan de campagne ligt en ook niet aan de inbreng van de Kamerleden ligt. Hiervoor zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen.

1. De eerste heeft te maken met het contact met de eigen achterban, de mensen die vier jaar geleden nog GPV en RPF stemden. Die achterban die acht jaar lang trouw op die partijen stemden en dat nu niet meer deden. Blijkbaar is de binding met de ChristenUnie kleiner dan met haar voorgangers. De ChristenUnie beweegt zich richting een kaderpartij. Leden hebben weinig in te brengen, er komen ook steeds minder mensen op Uniecongressen, kiesverenigingen krijgen nauwelijks ruimte op de vergaderingen en het partijbestuur heeft de touwtjes wel heel stevig in handen gehouden na de - behoorlijk succesvol verlopen - fusie. Er is gewoon te weinig aandacht voor wat er op het grondvlak leeft en signalen worden nauwelijks opgepikt; geen wonder dat mensen zich minder betrokken weten bij 'hun' partij. Hiervoor draagt het bestuur grote verantwoordelijkheid. Zowel in de RPF als in het GPV zijn er verschillende publicaties verschenen waarin nadrukkelijk afstand wordt genomen van verkadering van de respectievelijke partijen.

2. De ChristenUnie heeft een te grote broek aangetrokken. Er is te veel gespeculeerd over regeringsdeelname, de voorwaarden daarvan, te veel gehamerd op het feit dat de ChristenUnie geen kleine partij is. Kortom, teveel gelonkt naar de macht zonder het eigen principiële geluid duidelijk op de eerste plaats te zetten. Laat de ChristenUnie doen waar ze goed in is: op een heldere wijze haar, soms tegendraadse, visie uitdragen. Kijk naar Jan Marijnissen: hij heeft zijn eigen profiel duidelijk weten neer te zetten en het wordt nog beloond ook. Het duidelijk, uit de verkiezingsleus duidelijk, eerlijk echt is te weinig naar voren gekomen. Voor mensen is de stap naar het CDA dan klein.

De uitslag van deze verkiezingen biedt goede aangrijpingspunten om weer volop te investeren in de relatie met de lokale unies en met de leden. Zij vormen de partij, niet die vier Kamerleden in Den Haag, niet het landelijk bureau of het wetenschappelijk instituut en zeker ook niet het bestuur. Als de ChristenUnie verwordt tot een kaderpartij zal het zetelaantal afhangen van de waan van de dag en zal de partij nooit uitgroeien tot een stabiele, volwassen partij. Hopelijk leidt deze verkiezingsuitslag niet alleen tot bezinning in de partij, maar ook tot een culturele revolutie.

Door Cors Visser

« Terug

Reacties op 'Column: Tijd voor een culturele revolutie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.