Spijker: Tegen een overvloed aan overheid
Montesquieu over democratie en rechtsstaat
Nederland heeft er sinds mei weer een instelling bij: het Montesquieu Instituut. Heerlijk, er kan nog meer bij. Het Instituut is een multifunctioneel centrum dat zich onder meer gaat richten op vergelijkend onderzoek naar de verschillende parlementaire stelsels in Europa. Een kolfje naar de hand van Montesquieu. Immers, Montesquieu onderzocht in zijn tijd al - de achttiende eeuw – de verschillende rechtsstelsels in Europa. Hij was daarbij met name benieuwd naar de oorzaken van de verschillen. Hoe kwam het dat Engeland een andere constitutie had dan De Republiek of Italië? Het onderzoek van Montesquieu gaat Over de geest van de wetten, ook meteen de titel van zijn sinds enige tijd integraal vertaalde levenswerk.
Over de geest van de wetten
Montesquieu behandelt van alles en nog wat in dat dikke boek. Hij schrijft over verstoting en echtscheiding bij de Romeinen, bespreekt het klimaat in Azië en weidt uit over aard en functie van het tweegevecht. Zijn bekendste nalatenschap, de Trias Politica, is slechts een van de vele onderwerpen die hij bespreekt. Wat moeten we met deze Franse filosoof, die ook wel bekend staat als de vader van het cultuurrelativisme? Groen van Prinsterer noemde Montesquieu een ‘schrijver der Revolutie’ en ook een christelijk politiek denker als J.P.A. Mekkes had weinig positieve woorden over voor deze Verlichtingsdenker. Maar misschien is het ons toch vergund iets te leren van het levenswerk van deze Franse edelman. Op deze plek wil ik iets laten zien van zijn visie op rechtsstaat en democratie.
Context
In de tijd van Montesquieu werd de macht van de vorst steeds groter. De koning kreeg absolute trekken en wilde alles vanuit Parijs bestieren. De aristocraat Montesquieu zag echter juist een belangrijke rol voor de adel weggelegd in ‘zijn’ Franse landsbestuur. Die rol had de adel immers eeuwenlang succesvol vervuld en was volgens hem onmisbaar bij het vormgeven van een gematigde staat. Dat was ook zijn kardinale punt: Frankrijk mocht niet vervallen tot een despotisch regime, waarin een absoluut vorst heerst en de angst regeert. Hij pleitte hartstochtelijk voor een gematigde monarchie, waarin een wezenlijke rol was weggelegd voor bemiddelende krachten.
Middenveld
Deze krachten (‘tussenmachten’) vormen een soort maatschappelijk middenveld waarin steden, gilden, kerk, rechtspraak en met name de adel belangrijke bevoegdheden en eigen vrijheden hadden. Het evenwicht tussen de vorst en de decentrale tussenmachten voorkwam dat de vorst een tiran werd. De maatschappelijke netwerken en relatief autonome regio’s perkten de macht van de vorst in. Talloze maatschappelijke codes en relaties zorgden voor een behoorlijke balans tussen de machten. Zo werd voorkomen dat de staatsmacht het land zou ‘overstromen’ en individuen en groeperingen hun vrijheid zou ontnemen. Kortom, Montesquieu pleit voor behoud van een krachtig middenveld. Dit om de almacht van de staat ten opzichte van het onmachtige individu in te perken. (Dit sluit aan bij het protestantse concept van soevereiniteit in eigen kring, waarbij de overheid de eigenheid van de samenlevingsverbanden moet respecteren.)
Trias politica
In de aloude, feodale tijden bestond er een spontaan evenwicht tussen koning, tussenmachten en de onderdanen. In de nieuwe tijd komt die harmonie echter steeds meer op losse schroeven te staan. Montesquieu komt daarom met zijn fameuze Trias Politica op de proppen: de scheiding, of liever spreiding der machten. Door de spreiding van de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten ontstaat er een systeem van checks and balances dat de samenleving moet beschermen tegen al te ondernemende heersers. Montesquieu leverde zo een expliciete, juridische structuur waarin het recht bemiddelt tussen de verschillende overheidsmachten en hun bevoegdheden begrenst. Zo garandeert het recht, ook nu nog, de vrijheden van burgers en groepen, ondanks alle bestaande verschillen en belangen.
Rechtsstaat belangrijker dan democratie
Montesquieu pleit dus voor een gematigd regime. De macht moet gebonden zijn aan grenzen, aan het recht. Dit acht hij belangrijker dan dat een land – hij richt zich dan met name op Frankrijk - een democratie wordt. Het gaat erom dat het landsbestuur goed past bij de aard van het volk waarvoor het is aangesteld. Uiteraard kan zo’n regime – buiten Frankrijk - ook heel goed in een democratische vorm gegoten worden. Een democratie vergt echter wel veel van een volk, aldus Montesquieu, bijvoorbeeld dat het zich inzet voor de publieke zaak. Burgers moeten zich actief en met vaderlandsliefde inzetten voor het algemeen belang. Dit is niet direct van ieder volk te vragen. Denk bijvoorbeeld aan het huidige Irak. Als de Amerikanen Over de geest van de wetten hadden bestudeerd was het maar de vraag of ze Irak hadden aangevallen om daar vervolgens glorieus de democratie in te voeren. Zo makkelijk gaat dat niet. Democratie inplanteer je niet zomaar even. Een geschikte staatsvorm is afhankelijk van geschiedenis, klimaat, cultuur, zeden, religie, etc. Lees de uitgebreide verslagen van Montesquieu er maar op na. Probeer eerst een gematigd regime te stichten waarin het recht maatschappelijke vrijheid garandeert. Dat is al lastig genoeg.
Geert Jan Spijker