Openbaar vervoer in een nieuwe fase: wie waagt de overstap?
Veel mensen maken niet dagelijks gebruik van het openbaar vervoer (OV). En als ze dan toch eens gaan, dan zijn de ervaringen niet altijd positief (bijv. de verkeerde bus genomen). Op menige verjaardag wordt dit helaas breed uitgemeten. Maar eerlijk gezegd: veel staat of valt met de beschikbaarheid van OV. Het is niet vanzelfsprekend dat er OV is. De provincie verleent een zogenaamde concessie voor de uitvoering van het OV. Hierin speelt marktwerking een belangrijke rol. Binnenkort vindt er opnieuw een aanbesteding plaats van het OV in de Drechtsteden en Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (AV).
Daartoe behoren onder andere de stadsdiensten en de MerwedeLingelijn (MLL). Voorwaar geen sinecure om voor een nieuwe vervoersperiode (eind ’18 tot maximaal eind jaren ’20 (!)) als bestuur duidelijk te maken wat je belangrijk vindt voor een aanbesteding (huidige omvang: euro 23,5 mio/jaar, ruim 14 miljoen dienstregelingskilometers/jr.). Jaarlijks komt er een nieuwe dienstregeling uit, waarbij ontwikkeling in reizigersgegevens bepalend zijn voor het verleggen of intensiveren respectievelijk extensiveren van vervoerslijnen. Daarbij dient bedacht te worden dat het gebied waarvoor de concessieverlening is sterk uiteenlopend van karakter is: het verstedelijkt Drechtsteden en het landelijke AV-gebied. De ‘parel’ van dit vervoersgebied is zonder twijfel de spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen, waarvan het gedeelte Dordrecht - Gorinchem tot het hoger openbaar vervoer netwerk (HOV) wordt gerekend vanwege de frequentie van 4 treinen per uur. Hiermee heeft volgens landelijke maatstaven Gorinchem ook extra mogelijkheden voor het bouwen van woningen nabij het spoor (Volgens het programma Stedenbaan-Zuidelijke Randstad).
Na de introductie van de kwartierdienst in 2006 is het aantal reizigers met ruim 25% toegenomen. Een verdere groei wordt voor mogelijk gehouden. Genoemd kunnen worden de beschikbaarheid van een OV (gratis reizen-kaart) voor MBO-studenten vanaf januari 2017 en de opname van de MLL in de zogenaamde R-Net structuur waarbij o.a. meer uitstraling wordt gegeven aan stationsvoorzieningen, zullen leiden tot meer reizigers. Voorzien wordt dat er ook meer mensen per fiets naar de stations komen en waarbij het aantal fietsen, dat (gratis) meegaat in de MLL, niet zal worden verhoogd. De kans bestaat dat dit zelfs kleiner kan worden indien een door minder validen lang gekoesterde wens voor een toilet aan boord door de Provincie wordt ingewilligd.
De verwachting dat er meer mensen met het OV gaan, heeft niets te maken met het aantal mensen dat hier woont. Bewezen is dat veel gebruik van het OV valt terug te voeren tot gedrag en gedrag is niet eenvoudig te begrijpen. Maar wat wel duidelijk is, is dat de passagier zich als klant of consument wil laten aanspreken. En dan zijn voorzieningen rond het OV zeker ook van belang. Vastgesteld is dat betrouwbaarheid , betaalbaarheid en bereikbaarheid dé bepalende elementen zijn voor een OV-reiziger. Voor de nieuwe concessie spelen daarin ook een aantal ontwikkelingen een rol. Zo zal meer dan in het verleden een keuze worden gemaakt om de ‘dikke lijnen’ nog dikker te maken, er meer aandacht zal zijn voor de zogenaamde ‘first en last-mile’ (korte routes van voor- en natransport om het reisdoel te bereiken) en het OV wil graag ook reizigers die nu nog worden gebracht met speciaal vervoer ‘oppikken’. Daarbij dient te worden gedacht aan leerlingenvervoer, ziekenvervoer en WMO-vervoer (Molenhopper). Van laatst genoemde reizigers is landelijk bekend dat er ca. 30% na wat extra instructie prima in staat is om met het OV te gaan. Daar komt voor onze dunbevolkte AV –regio nog bij dat het aantal dienstregelingskilometers extra hoog is, omdat in de vorige ronde zeer gunstig voor de AV-regio door Arriva is ingeschreven. Voorzien wordt dat de nieuwe concessieperiode voor de AV minder dienstregelingskilometers zal gaan betekenen. Des te meer is er aanleiding om de combinatie met de verschillende vormen van doelgroepenvervoer aan te gaan. Hiervoor zijn diverse pilots gestart.
Zijn er dan alleen sombere geluiden waar te nemen ten aanzien van OV? Neen, dat volstrekt niet!
De meest recente cijfers van deelname aan het OV geven aan dat er een groei van 19 en 20% is voor respectievelijk AV als plattelandsgebied respectievelijk de stadsdienst Gorinchem. Voorzichtige reactie is daarbij dat de veelheid regen daarin een belangrijke factor is, maar dat waag ik te betwijfelen…we zijn niet van suiker! Veel meer kan het gaan om een betere voorlichting, hogere bezoekersaantallen aan musea en evenementen en de economische groei die ons land weer boekt. Een andere ontwikkeling is de aanwezigheid van reeds bestaande initiatieven die vervoersvraagstukken flexibel op willen pakken: denk aan de drie buurtbusverenigingen (alleen vrijwilligers), de klussendienst in Gorinchem die ook deur tot deur actief is. In Gorinchem is het toenemend bezoek aan de Evenementenhald, de realisatie van een nieuwe woonwijk Hoog Dalem en het initiatief voor een verbinding met de Lingewijk ook signalen om meer in te zetten op OV. Ook het initiatief voor een korte verbinding (last mile) aanbrengen met de zogenaamde Bliekenbus kan worden genoemd. En de zekerheid dat in 2017 de stadsdienst (gedeeltelijk) elektrisch wordt uitgevoerd. Waarschijnlijk als eerste in het DAV gebied. Verder is hetpositief om te zien de inzet en creativiteit die vervoerders aan de dag leggen om mee te denken bij de combinatie van doelgroepenvervoer met het OV. Ook deze werkt positief op de bezettingscijfers. In Dordrecht is voor het verder combineren van ritten sinds kort een regiecentrale in het leven geroepen. En bij de hard-ware van bussen hoort ook de soft-ware van opleidingen. Er zijn voor deelnemers aan het doelgroepenvervoer met succes ontwikkelingsgerichte vervoerstrainingen opgestart die mensen bewust maken van hun mogelijkheden, anders dan tot voor kort alleen via het doelgroepenvervoer. Is die overgang dan voor iedereen mogelijk? Neen, in de praktijk blijkt dat dat voor 30% van hen mogelijk is. Verder toch nog een stukje hard-ware: natuurlijk dient er geïnvesteerd te worden in meer fietsenstallingen, zodat de (elektrische) fiets een goed plekje kan krijgen bij het station. Dat helpt ook! En verder is belangrijk scherp te blijven bij alles wat de aanbestedende partij (provincie Zuid-Holland) straks aan bestekseisen neerlegt bij de vervoerswereld.
Voor Gorinchem betekent het de kans op meer opstapmogelijkheden van fiets naar bus of trein, zelfs vanuit de auto (denk aan de parkeermogelijkheden die er al zijn). Al deze ontwikkelingen versterken het OV. Daarom durf ik de vraag te stellen: Wie waagt de overstap?
Reacties op 'Openbaar vervoer in een nieuwe fase: wie waagt de overstap?'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.