Gereformeerd als eretitel

vrijdag 03 februari 2006 09:10

Onlangs stond er in deze krant een bericht dat tot nadenken stemde. De classis van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) van Utrecht gaat cursussen geven 'om helder te krijgen waar het begrip gereformeerd voor staat'. Men had geconstateerd dat voor veel mensen dit begrip vreemd is geworden. Ongeveer op hetzelfde moment kreeg ik een stuk van mijn politieke partij, de ChristenUnie, onder ogen waarin werd gesteld dat de achterban kon worden gedefinieerd in termen als 'orthodox', 'bijbelgetrouw' of 'evangelisch-reformatorisch'. Daarin was het begrip 'gereformeerd' dus zelfs weggevallen, hetgeen toch merkwaardig is gelet op de voorgeschiedenis van deze partij.

Wanneer in kerken die zich gereformeerd noemen, de betekenis van dat begrip vervaagt, is er natuurlijk een kerkelijke reden tot herbezinning. Die bezinning zal stellig gaan over kerkhistorische, confessionele en ethische thema's die inhoud gaven en geven aan het begrip gereformeerd.

Een aanpalende vraag is of dit begrip ook nog een politieke en maatschappelijke inhoud kent. Gaat met het vervagen van de term misschien ook dat deel van die oorspronkelijke inhoud verloren? Het is een vraag die gesteld mag worden, zeker in een krant die zich in het verleden ook gereformeerd noemde.

Maakbaarheid
Welnu, ik denk dat ik weinig tegenspraak krijg als ik poneer dat het begrip gereformeerd, anders dan bijvoorbeeld het begrip 'evangelisch', in Nederland wel degelijk ook een politieke en maatschappelijke betekenis heeft. Ook daarvan kreeg ik recent nog een fraai voorbeeld onder ogen. In een stuk van een linkse politica vond ik de volgende ontboezeming: 'Ik ben gereformeerd opgevoed met de sociale rechtvaardigheid zeer hoog in het vaandel, ik ben lid geworden van een wat ik toen noemde een socialistische partij, juist omdat ik vond dat iedereen gelijke kansen zou moeten hebben en niemand uitgesloten zou mogen worden'.

Deze betekenisinhoud wordt vaker genoemd. Wanneer in het verleden van de werkdrift en het rechtvaardigheidsgevoel van Joop den Uyl werd gesproken, werden deze eigenschappen vrijwel altijd verklaard met zijn gereformeerde verleden. Kennelijk is er een verband tussen een gereformeerde werkdrift en een geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Hier hebben we vermoedelijk een eerste kern van een gereformeerde politieke en maatschappelijke houding en visie te pakken.

Vanouds spraken gereformeerden overigens niet over maakbaarheid. Dat begrip was te hoogmoedig voor mensen die geloven dat God de Schepper is van hemel en aarde. Echter, het is wel voluit gereformeerd om bij het nadenken over de ontwikkeling van mens en samenleving te beginnen bij de erkenning dat onze werkelijkheid een geschapen werkelijkheid is. In de paradijselijke schepping heeft de mens van de Schepper een opdracht, een mandaat gekregen om tot eer van die Schepper te werken. De wereld moet in cultuur worden gebracht, dat is een klassiek gereformeerde opvatting.

Dynamiek
Deze basisnotie heeft gereformeerden aan het werken gezet in de overtuiging dat wij niet vreemd zijn aan de aardse werkelijkheid. De akker van gereformeerden is de wereld. De consequenties van deze basishouding zijn vele. Allereerst zullen gereformeerden weigeren hun geloof te beperken tot bijvoorbeeld houdingen van spiritualiteit en innerlijke gezindheid. Christus is niet slechts Koning over ons hart, maar over alle aspecten van denken en handelen.

Deze overtuiging heeft dynamiek gegeven aan de politieke en maatschappelijke activiteiten van gereformeerden. Immers, ook de overheid en de maatschappelijke en economische structuren zijn niet vreemd aan het christelijke leven. Integendeel, ze vragen om disciplinering door de levenswet van het evangelie. Daarom is een zeker optimisme en activisme niet vreemd aan de gereformeerde visie op bijvoorbeeld de overheid en de arbeid. Gereformeerden hebben wel weet van de vreemdelingschap als kenmerk van het leven in een gebroken en vaak aan Christus vijandige wereld, ze zullen daarmee niet beginnen.

Openheid
Openheid tot de cultuur hoort ook bij deze basishouding. Kunst, cultuur en wetenschap zijn daarom evenmin vreemd aan het gereformeerde leven. Dat gereformeerden op deze terreinen, tenminste in ons land, niet vaak excelleerden was en is niet zozeer een gevolg van een principieel afwerende houding, maar eerder van het feit dat het gereformeerde volksdeel in de negentiende eeuw in de smalle bedding van de 'kleine luiden' terecht was gekomen. Dat sociologische profiel heeft overigens nog een ander effect gehad, namelijk een sterk ontwikkeld gevoel voor sociale rechtvaardigheid. Dat verklaart mede het feit dat gereformeerden en sociaal-democraten vaak op sociaal-economisch terrein goed door dezelfde deur konden. Op dit terrein hebben gereformeerden nooit veel op gehad met liberalen.

Gereformeerd is ook een notie van rechtvaardigheid, die breder is dan het sociale. Openheid naar de wereld en een elementair besef van onrechtvaardigheid in veel menselijke structuren heeft gereformeerden actief doen zijn op journalistiek terrein en ook bij het nadenken over vrijheidsrechten en rechtvaardige internationale verhoudingen. Het besef van het kwaad dat bestreden moest en kon worden, heeft ertoe geleid dat gereformeerden nooit pacifistisch zijn geweest. Zelfs het militaire ambt is niet als 'vreemd aan het leven van een christen' gemeden.

Gewapend
Laat niemand gering denken over die gereformeerde denktraditie en bijpassend politiek en maatschappelijk activisme. Het heeft gereformeerde christenen gewapend tegen bijvoorbeeld het gif van de klassenstrijd als methode om sociaal-economische belangentegenstellingen op te lossen. Gereformeerden zijn misschien wat verburgerlijkt, hun historische papieren verplichten hen nog altijd tot een aanvaarden van maatschappelijke en politieke verantwoordelijkheden. Daar is dit land niet slechter van geworden om het eens wat onderkoeld te zeggen.

Een paar jaar geleden hoorde ik een boze commentator zijn gram op het kabinet-Balkenende spuien met de uitroep dat het met dit land niet goed ging, omdat het werd geregeerd door 'een paar gereformeerde ouderlingen'. Hij doelde op de minister-president en de immer actieve minister van Justitie, Donner, bewindslieden die een dankbaar onderwerp zijn van cabaretiers en cartoonisten. Hij bedoelde het stellig niet zo, maar ik heb zijn uitbarsting geïncasseerd als een bewijs dat de term 'gereformeerd', bij alle lek en gebrek die ook deze zonen van het calvinisme aankleeft, nog altijd ook als een eretitel mag worden gezien.

Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie en schrijft op deze plaats maandelijks een column.

« Terug

Reacties op 'Gereformeerd als eretitel'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.