Gering verschil als politiek sfeerbederf
Ooit zat ik in een politiek forum temidden van vertegenwoordigers van alle Nederlandse politieke partijen, waaronder de gehele linkerflank bestaande uit de voorlopers van GroenLinks namelijk de PSP, de PPR, de CPN en de EVP.
Het publiek betond uit ongeveer 400 radicale studenten van een sociale academie, waarvan een aantal de dag daarvoor nog slag had geleverd met de ME voor de kerncentrale bij Dodewaard. De vertegenwoordigers van de burgerlijke partijen, om het progressieve jargon van die tijd te gebruiken, hadden een makkelijke avond. Zij waren bij voorbaat afgeschreven. Het debat ging vrijwel uitsluitend tussen de progressieve politici van eerdergenoemde partijen, die nauwelijks van mening verschilden, maar ieder voor zich zoveel mogelijk stemmen wilden werven.
Ik heb die avond veel geleerd. Allereerst dat partijen die electoraal elkaars concurrenten zijn, maar programmatisch verwant zijn, bij een confrontatie de neiging hebben bestaande verschillen, hoe bescheiden ook, sterk uit te vergroten. Vervolgens dat de noodzaak om zich nog zuiverder op de graat voor te doen dan de ander snel leidt tot een zeker farizeïsme. En tenslotte dat deze acrobatiek gemakkelijk een kribbigheid in de onderlinge omgang tot gevolg heeft.
Hetzelfde zien we de laatste tijd in de relatie tussen de ChristenUnie en de SGP. Via uitspraken en ingezonden brieven in deze krant en het Reformatorisch Dagblad is een sfeer gegroeid die als kribbig kan worden aangemerkt. Programmatische en stijlverschillen worden uitvergroot en de één acht zich uitnemender dan de ander. Kortom, we zijn kennelijk geen haar beter dan onze wereldse politieke vrienden.
De vraag is natuurlijk of dit onvermijdelijk is. Ik meen van niet, maar dan moet er wel een politieke wil zijn om de verhoudingen enigszins te normaliseren. Dat lijkt me geboden, al was het maar om in de ogen van de wereld niet al te veel voor gek te staan. De hoge pretenties van beide christelijke partijen verplichten daartoe.
Daarbij is het goed te onderkennen dat met het ontstaan van de ChristenUnie er in elk geval psychologisch een zekere verwijdering heeft plaatsgevonden. Bij de SGP leidde enkele jaren geleden dat fusieproces tot een ongezonde angstkramp. In het partijblad werd vaker over de ChristenUnie-in-aanbouw geschreven dan over het eigen optreden, waarbij op elke slak een forse hoeveelheid zout werd gelegd. Gelukkig is dat inmiddels weer tot gezonde proporties teruggebracht.
Begrijpelijk was die kramp overigens best, want men vreesde electoraal verlies aan de vernieuwde formatie en misschien een nog verdergaande marginalisering in het Nederlandse politieke spectrum. Dat laatste werd mede opgeroepen door het nieuwe elan van de ChristenUnie. Die wilde zich nadrukkelijker profileren als een moderne beweging die de confrontatie met de heersende politieke cultuur niet uit de weg wilde gaan en tevens flirtte met een verdergaande coalitiebereidheid met andere politieke partijen. De ChristenUnie had weinig aandacht voor de zorgen van de SGP, want men had de handen vol aan zichzelf.
Een klimaat van toenemende wederzijdse geprikkeldheid was het gevolg. De laatste verkiezingscampagne voor het Europese Parlement, toch al ontsierd door gedoe over declaratiegedrag van parlementariërs, bracht dat weer eens aan het licht.
Kan dit nu niet anders? Ik meen van wel. Daarvoor is allereerst nodig dat politiek en bestuurlijk eerstverantwoordelijken eens wat minder defensief en verongelijkt op elkaar reageren en investeren in vertrouwenwekkende maatregelen. Ik denk dat de achterbannen dat op prijs zullen stellen. Beide partijen zijn, gezien hun bescheiden omvang en de confessionele verwantschap, op elkaar aangewezen. Of men dat nu leuk vindt of niet.
Vervolgens mag in alle nuchterheid onderkend worden dat er reële verschillen tussen beide partijen bestaan. Bij de SGP bijvoorbeeld is op dit moment de verworteling in de christelijk-politieke traditie, beginnend bij Groen van Prinsterer, iets veiliger verankerd dan bij de ChristenUnie. Ik ben daar wel eens jaloers op. Bij de ChristenUnie is daarentegen een meer bijdetijdse christelijke oriëntatie op de samenleving van vandaag gegarandeerd, wat voor een politieke partij van levensbelang is. Die verschillen kunnen worden uitvergroot, beter is bereid te zijn van elkaar te leren.
De punten die natuurlijk altijd terugkeren bij de positiebepaling ten opzichte van elkaar zijn het vrouwenstandpunt van de SGP en de beperkte visie op geestelijke vrijheden. Zijn dat nu breekpunten? Ja, wanneer men tot een fusie van beide partijen zou willen besluiten. Dat stelt echter niemand voor. Als het gaat om samenwerkingsvormen bij verkiezingen en niet meer dan dat is het heel normaal dat reële verschillen worden erkend en dat men die laat staan voorzover ze geen programmatische problemen opleveren. En dat is vaak niet het geval.
Wat men niet moet doen, maar wat helaas enkele SGP'ers in de laatste campagne wel deden, was het profileren van de eigen partij tegenover de samenwerkingspartner. Dat was onwijs, zeker op dat moment. Met Europa bijvoorbeeld had het niets te maken.
Beide partijen doen er verstandig aan het vraagstuk van de vrouw in de politiek met zorgvuldigheid te behandelen. Voor een gemiddelde partijganger van de ChristenUnie mag het niet moeilijk zijn het SGP-standpunt te respecteren en te tolereren. In elk geval is er weinig reden daar een casus belli of karikatuur van te maken. Dat kunnen we wel aan de wereld overlaten.
De SGP zou er verstandig aan doen eens klip en klaar uit te spreken dat zij bereid is tot compromissen terzake bij samenwerking. Het kan immers nooit zo zijn dat altijd één partij zou moeten inbinden of slikken ten faveure van de andere. Vooral moet er erop gelet worden dat men de politiek actieve vrouwen van de ChristenUnie in hun waarde laat. Hier gelden elementaire christelijke omgangsvormen. Brengt men die niet op dan knapt er iets, juist omdat hier het politieke zo persoonlijk kan zijn.
De fundering van geestelijke, politieke en burgerlijke rechten - het zij onomwonden erkend - verschilt tussen beide partijen principieel. Van de ChristenUnie mag echter gevraagd worden te erkennen dat de SGP sinds jaar en dag uiterst voorzichtig en zelfs passief met haar vrijheidsbeperkende principes omgaat. In de politieke praktijk doen hier weinig botsingen voor. Sterker nog: in de Tweede Kamer zijn politica Tineke Huizinga van de ChristenUnie en politicus Kees van der Staaij van de SGP in eensgezindheid actief met het aandacht vragen voor de godsdienstvrijheid in de wereld. Het verschil in sekse en het verschil in principiële fundering van vrijheidsrechten zijn daarvoor kennelijk geen belemmering. En gelukkig maar, want de zaak waarvoor zij strijden maakt die eensgezindheid meer dan waard. En dat is een constatering die voor veel meer zaken geldt. Laat men daar dan ook naar handelen.
Eimert van Middelkoop is lid van de Eerste Kamer voor de ChristenUnie en schrijft op deze plaats maandelijks een column.
Bron: Nederlands Dagblad
Reacties op 'Gering verschil als politiek sfeerbederf'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.